Aaltjes f tegen varenrouwmug

Vliegen er kleine vliegjes rondom jouw kamerplanten? Dan heb je waarschijnlijk last van de varenrouwmug. De larven van dit beestje voeden zich met wortels en anders plantmateriaal. Je komt dus het liefst zo snel mogelijk van deze beestjes af. Je kunt de larven uitstekend bestrijden met Steinernema feltiae aaltjes.

De varenrouwmug of 'rouwvliegje'

De larven van de varenrouwmug zien er uit als langwerpige 'wormpjes'. Ze zijn ongeveer drie á vier millimeter en hebben een wit, beetje doorzichtig lichaam. De volwassen varenrouwmug is een kleine mug van twee tot drie millimeter lang. Het mugje heeft een zwart-bruine kleur en lange poten. De eerste tekenen van de plaag herken je vaak door volwassen varenrouwmuggen rondom je plant te zien vliegen.

Varenrouwmuggen zijn dol op vochtige plaatsen. Je ziet varenrouwmuggen daarom veel in kassen, maar ook bij kamerplanten in de woonkamer. Het vrouwtje van de varenrouwmug legt haar eitjes het liefst in vochtige potgrond.

De larven voeden zich met organische materiaal in de potgrond, maar ook eten ze aan de wortels van de plant. Omdat de larven zich weinig verplaatsen, zie je de vraatschade vaak alleen op bepaalde plekken. Je kunt de larven van de varenrouwmug perfect bestrijden met aaltjes tegen de varenrouwmug

Wat zijn aaltjes?

Aaltjes zijn microscopisch kleine wormpjes. Ze zitten van nature in de bodem, maar je kunt ze ook inzetten op een plant of blad. Het zijn dé natuurlijke vijanden van verschillende plaaginsecten of de larven ervan. Aaltjes dringen hun prooi binnen. Die prooi wordt als voedselbron en broedkamer gebruikt, waardoor de prooi binnen een paar dagen doodgaat.  Uit de dode larven komen weer nieuwe aaltjes, waardoor het effect langdurig aanhoudt.

Zo gebruik je het:

1. Meng het hele bakje aaltjes met één liter water, ongeacht hoeveel aaltjes je hebt.
2. Roer de aaltjes goed door het water heen. Dit is je concentraat.
3. Afhankelijk van de verpakkingsgrootte, verdun je het concentraat weer in een gieter met water.
4. Giet het mengsel gelijkmatig over de potgrond van jouw planten.

Zorg dat je altijd aandachtig de bijgevoegde gebruiksaanwijzing leest.

Zorg ervoor dat de potgrond na bestrijding licht vochtig blijft, zodat de aaltjes goed hun werk blijven doen. [Na twee weken moet de plaag minder zijn geworden.] De aaltjes hebben hun werk gedaan. Als alle larven zijn bestreden, sterven na verloop van tijd de aaltjes omdat er geen voeding meer is.

Het komt voor dat de plaagbeestjes toch terugkomen. Dit is afhankelijk van de grootte van de plaag, de vochtigheid van de grond en de manier van toepassen. Ook kan het zijn dat er een nieuwe besmetting plaatsvindt. Geef in dit geval de plant een tweede kuur.